129. CONSTRUCTIES.

22-11-2025


Wij hebben hier in Antwerpen iets dat geen enkele stad ter wereld heeft. Ik zal jullie niet laten raden, maar hier in 't Stad hebben wij twee constructies die verliefd zijn op mekaar! Jawel, weliswaar geen Romeo en Juliette, maar een liefdesverhaal dat even goed zou passen in de geschiedenisboeken. De Boerentoren schreef een liefdesgedicht aan de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal en kreeg een antwoord. Stel je voor dat uit die platonische band een kind ontstaat, een liefdeskind met ramen als ogen en een hart dat klopt op het ritme van de stad. Het idee van de dialoog tussen de twee gebouwen komt van stadsdichter Tom Lanoye. Dat kind komt van mij.

Tussen pot en pint in Den Engel, onze bruine kroeg, wordt er nogal gezeverd tussen de trotse Sinjoor en een toevallige toerist. "Denkt ge dat g' alles al gehoord hebt? Wij hebben in 't Stad een liefdesbaby, geboren uit de Boerentoren en de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal. Dat gelooft ge niet hé, maar die twee torens krijgen zelfs kindergeld. Da's straf hé." Dan weet zelfs die Nederlander niet meer wat zeggen.

Wij Antwerpenaren houden van constructies die net als wij leven, werken en liefhebben. De Vlinder (Gerechtsgebouw), de Kubus (Provinciehuis) en de Diamant (Loodswezen), zij staan in de zon te pronken. Wie weet welke verrassing ze voor ons in petto hebben? Maken ze er een diamanten vlinder van, een diamanten kubus, of misschien wel een combinatie van de drie? Dat zou pas een constructie zijn.

België werd in 1830 geboren uit een opera, 'De Stomme Van Portici', ambras met de kaaskoppen, en een briljant idee van de grote mogendheden. "We maken er boven de hoofden van Germanen en Fransozen een bufferstaatje van. We zoeken een koning, zonder veel pluimen in zij.. (sorry op zijn hoed), een vlag, en een volkslied en we zetten dat 'veldje' tussen ons in. Opgelost. Elke vraag van hoe dat 'veldje' dat moest klaarspelen wuiven we diplomatisch weg".

Die constructie van ons Belgenlandje in 1830, nu nog net geen tweehonderd jaar oud, is intussen een onontwarbaar kluwen geworden waar Ariadne haar tanden op stukbijt. Zes regeringen, drie gewesten, vier gemeenschappen, een stoet parlementsleden, een Kamer, senatoren, een leger commissies en consultants, en een koning die minzaam lintjes knipt en zo nu en dan een vingertje opsteekt. Drie officiële talen, alleen door de happy few gesproken en geen taalonderricht om mekaar in Belgenlandje te verstaan. Engels is de norm. Ik denk hier aan 'De Koning drinkt', een toneelstuk van Hugo Claus, die absurd en sarcastisch een toneeltje brengt over ons Belgisch kluwen waar we niet meer uitraken. En onze put? Sorry, maar die put heeft geen bodem meer.

En toch… ons Belgenlandje, amper 30.000 vierkante kilometer groot, met zijn caleidoscoop aan compromissen, lukt het keer op keer om andere mogendheden met verstomming te slaan. Niet omdat wij lofliederen staan te brullen, maar omdat we met zeven regeringen, drie talen en een wirwar aan bevoegdheden er toch telkens in slagen om iets in mekaar puzzelen dat werkt. Niemand snapt het, maar het werkt! En, zolang er in 'Den Engel' gezeverd wordt is er geen probleem.