127. KINDERBEDJES.

Oorlogslanden, er valt veel over te vertellen, veel meer dan over gebieden in vrede. Mijn vorige blog nr. 126 - T-bone-steak - speelde zich af in Vietnam (periode 1972) waar zich een bloederige strijd voor vrijheid en autonomie afspeelde. Ondanks bommen, napalm, martelingen, doden en vermisten ging het leven in de stad Saigon (Ho Chi Minh) zo gewoon mogelijk door. Bij aankomst op de luchthaven Tan Son Nhut Air Base (na twee dagen reizen) sloeg de tropische moessonhitte mij lam. Het was alsof ik niet uit een vliegtuig maar uit een zwembad stapte, een gevoel waar westerlingen, niet gewend aan deze bolwassing, vrolijk van worden.
Ik was daar natuurlijk niet alleen. Twee koppels en drie kleine kinderen werden door een Belgisch bedrijf uitgestuurd om in Zuid-Vietnam de telefooncapaciteit te verhogen. Saigon was in 1972 een stad waar Amerikaanse soldaten konden bekomen van het oorlogsgeweld voor ze terug de brousse ingingen. Is het daarom dat Saigon zelf niet ten prooi viel aan bommen en granaten? Wie weet? Kleinere incidenten, rookbommetjes, prikkeldraad, dat wel maar voor het overige vonden we de stad redelijk veilig, niet omdat het klopte maar omdat het paste.
Druipnat en bekaf werden we door het airport busje netjes afgezet bij een hotel uit een ander tijdperk. Kinderbedjes voor onze twee kleinsten: neen. Pampers of luiers: neen, onze kleintjes lopen hier met een bloot poepeke tot ze zindelijk zijn. Kledij kopen: neen, geen confectie (slik, mijn valies is ergens achtergebleven en ik heb alleen dit met zweet doordrongen outfitje aan). Aan die bedjes evenwel kon iets gedaan worden, een schrijnwerker leverde die nog dezelfde dag. Hoe? Dat hebben we maar niet gevraagd.
Er werden voor onze twee families kamers gevonden: hoge plafonds waar zelfs een giraffe rechtop kon staan. De keuken bestond uit houten paletten, robuust, eenvoudig en klaar voor gebruik. In de living hing een houten plank aan het plafond en daaronder, vastgeschroefd een tl-Lamp zoals in een werkplaats. In de slaapkamer lag de tl-lamp dan weer boven op de plank, verspreidde gedempt licht alsof de lamp zelf begreep dat hier moest geslapen worden. En toen, tot onze grote vreugde stond daar in de hoek, een Tv-toestel dat alleen Amerikaanse programma's uitzond, films, geen oorlogsfilms en programma's zoals een leuke Bob Hope met zijn show en zijn grappen.
De dag was aangebroken dat we van ons hotel naar onze kamers zouden verhuizen. Ik zeg het heel eerlijk, we hebben ons zelf overtroffen om een vervoermiddel te vinden. Geen enkele taxi, riksja of bromfiets wilde ons met die twee bedden verhuizen. Er bleef ons dus niets anders over dan met de bedden beladen met onze valiezen en drie kinderen de straat op te gaan en stapvoets in stoet door het kloppende hart Saigon te trekken, van het ene naar het andere einde. We hadden bekijks alsof er een parade door de stad trok. De bewoners riepen er hun buren bij en lachten ons toe of uit, dat viel aan hun gezichten niet af te lezen en wij, wij lachten terug, om het bizarre tafereel dat we zelf hadden geschapen.
We lieten in Vietnam een jaar van ons leven achter maar namen herinneringen mee waar anderen alleen maar van dromen. Het was heftig, het was gevaarlijk, misschien onbesuisd maar we waren jong en we hadden een opdracht. Maar pas later beseften we dat onze stoet, beladen met kinderbedjes, koffers en moed iets teweegbracht: een glimlach, een blits moment van vrede, waarop de bevolking even de oorlog en de miserie vergat. En zo werd onze parade een voetnoot in de geschiedenis van Saigon en kreeg het ook een plaatsje in onze herinneringen.
De oorlog eindigde officieel op 30 april 1975, met de val van Saigon. Die dag gaf de Zuid-Vietnamese regering zich over aan de Noord-Vietnamese troepen, die hun vlag hesen op het presidentieel paleis. Het was het slotakkoord van een lange en bloedige strijd en het begin van de hereniging van Noord- en Zuid-Vietnam tot één land: de Socialistische Republiek Vietnam.
N.B. De foto bij deze blog toont een vergelijkbare scène in Saigon, maar wijzelf staan er niet op.
Tip: Verdeel de kledij van alle familieleden, die één gezamenlijke reis ondernemen, over alle koffers. Mocht er dan één koffer verloren gaan, dan is het minder erg!
