125. UITNODIGING.
			            
Brievenbus opendoen, het blijft spannend: een belastingbrief, een gasboete (mijn vuilbak stond tien minuten te vroeg op de stoep), reclames allerhande en daartussen een 'uitnodiging'. Niet voor een feest, niet voor de opening van één of ander salon en ook geen uitnodiging om gratis mijn ramen te komen wassen. Neen, het stadsbestuur nodigt mij uit voor de vernieuwing van mijn identiteitskaart. Ik moet een afspraak maken. Het online boekingssysteem laat me weinig keuze: een nieuwe ID-kaart aanvragen kan enkel op woensdag en vrijdag tussen 08 en 12 uur. Ik maak een afspraak voor mijn man en mezelf. Goed op tijd komen, oude ID-kaart en uitnodiging meebrengen. Nergens staat iets over een pasfoto, maar daar heeft de stad voor gezorgd: een officieel door Europa gecertificeerd paspoortkotje, betalend, staat bij de ingang, elke "klik' zes euro.
We zijn een half uur te vroeg. Eerst aanmelden, nummertje trekken en wachten tot we geroepen worden. De hoge blote ramen laten zonlicht binnen tot aan de overkant van het vertrek. Het is er warm. Ik doe alvast mijn jas uit. Nummer 46 wordt er geroepen, ik ben aan de beurt. De loketbediende rommelt wat in mijn paperassen:
"Waar is uw pasfoto?"
"Oh, sorry, ik heb daar niet bij stilgestaan."
"Daar in de hoek kunt u alsnog een pasfoto maken. U moet dan wel terug een nummer trekken!", roept ze me nog na. Ik knik. Een aardige heer helpt me met de technische kant van het apparaat en ja, klik, ik heb een pasfoto die me geen onrecht aandoet. Ik trek opnieuw een nummer 52. Mijn man is aan de beurt mét paperassen en mét pasfoto. Ik hoor de beambte geïrriteerd vragen of hij nu wel of niet een baard heeft.
"Dat ziet u toch, mevrouw. Ja, ik heb een baard!"
"Hebt u dat aangegeven?"
"Euh, neen, moet dat?"
"Schuldig verzuim, mijnheer, dat wordt bestraft. Houdt u die baard?"
"Euh, hoe kan ik dat nu al weten, soms wel, soms niet, dat hangt zo'n beetje af van mijn humeur en van het weer, als het warmer wordt en …" Ze kreeg een paarsrode blos op haar wangen.
"Beste meneer u kiest nu, baard of glad, ik verwittig u, als uw bos baardhaar niet dezelfde blijft in de toekomst, dan zwaait er wat."
Ik volg hun gesprek en ik zie het al aankomen. Mijn man zit te popelen om een toneelstukje op te voeren maar hij zwijgt. Ik slaak een zucht van verlichting want ik moet tenslotte met nummerke 52 ook nog aan de beurt komen. Het gezicht van mijn man spreekt boekdelen. Nummer 52 wordt afgeroepen, mijn hart bonkt in mijn keel.
"Ik hoop dat u nu met alles in orde bent?" Ze bekijkt me boos.
"Ik denk het wel, die meneer daar was zo vriendelijk om mij te helpen."
"Kunt u dat niet alleen? En wat is dat hier, uw pasfoto, u lacht, u mag niet lachen, dat wist u toch? Ik kan deze niet accepteren, u moet een nieuwe halen en dan terugkomen. Dit loket is maar tot 12 uur open. Ik zou me maar haasten als ik u was."
"Dat zijn mijn pretoogjes, daar ben ik mee geboren.", probeer ik.
"Nummer 53!", roept ze.
Tja, ik heb in dat kotteke – klik - écht mijn best gedaan met als resultaat dat ik er nu opsta alsof ik juist een citroen gegeten heb maar ja, ik ben geslaagd. Ik heb zo'n stil vermoeden dat de stad de inkomsten uit dat kotje – zes euro per klik – op haar bil schrijft.
We roepen haar nog een heel vrolijke namiddag toe. Al goed dat ze ons gezicht niet ziet want die vrolijkheid is haar écht niet gegund.
Eind goed, al goed, want ik heb nu een ID-kaart die nog geldig is tot 05.03.2054, ik zal dan honderdtien jaar oud zijn. Ik hoef dus nooit meer terug.
Nota van Frieda: Deze blog is uiteraard fictie en heeft niks te maken met de vriendelijke, correcte service van het Antwerpse stadsbestuur.

