110. BOTERHAMMEN MET CONFITUUR.

12-07-2025


. ©Frieda Goovaerts 2025. Alle rechten voorbehouden

Mijn allereerste vakantie, alleen zonder mijn ouders, dat moet in 1950 geweest zijn, ik was toen zes jaar. Met de mutualiteit naar zee: ik was eigenlijk nog te jong maar in een dorpje waar iedereen iedereen kent valt dat wel te regelen. Bovendien zou mijn buurmeisje van 11 op mij passen. Mijn moeder maakte uit canvas een stevige matrozenzak die met een touw door gouden ringen werd gesloten. Toen ze daar in felrood het nummer '127' (dat was ik) op borduurde heb ik met open mond zitten kijken hoe ze dat klaarspeelde.

Wat er juist in die zak werd gestopt daar weet ik niks meer van. Alleen dat rond doosje met een borsteltje, dat had ik nog nooit gezien. Tandpasta in vaste vorm en een borsteltje om een beetje schuim los te weken. Het proefde als de pepermuntjes die mijn vader altijd op zak had maar ik mocht het niet inslikken maar uitspuwen zei de begeleidster.

Onze autobus stopte voor een groot huis. Daar werden de kamers verdeeld en daar heb ik gehuild want er was een groot bed tekort en ik, de kleinste, moest dan maar genoegen nemen met een kinderbedje. Ik schaamde me dood en huilde tranen met tuiten tot er een groter bed werd beloofd. Die eerste nacht was er veel kabaal. De stoute jongens moesten op hun knieën in de gang zitten met hun armen omhoog! Nu is dat kindermishandeling maar het had toen wel het nodige effect.

Elke dag naar 't strand, zomerse dagen, met blote voetjes voetballen, zand tussen de teentjes, een kasteel bouwen met torens en grachten rondom, en dan de zoute zee uitdagen en proberen met aanval en terugtrekken dat ze onze tenen niet natmaakte. Daarna zagen we hoe het water oprukte om ons kasteel te veroveren en naar een eiland te brengen waar alle zandkastelen werden verzameld en verder leefden, de bouwers, met naam en toenaam werden er in het gouden zand gebeiteld. Ik was apetrots.

En dan het hoogtepunt van de dag: de rieten manden die 's middags door de grote jongens werden gehaald gevuld met witte boterhammen besmeerd met confituur. Nog nooit zo'n lekkere boterhammen gegeten die met aangewaaid zand tussen mijn tanden knarsten. Als ik nu aan die besmeerde boterhammen denk, een beetje zoet en een beetje korrelig zout, dan ben ik terug zes jaar.

Na een week kwamen de ouders op bezoek. Iedereen in blijde verwachting, behalve ikke dan, ik was in geen wegen meer te bekennen want oh neen, ze gingen mij niet mee naar huis nemen.

IK ben nadien elk jaar opnieuw met de mutualiteit op stap gegaan, in een later tijdstip tot in Zwitserland, maar dat is dan weer een andere blog