102. Een nacht om nooit te vergeten.

©Frieda Goovaerts 2025. Alle rechten voorbehouden.
Iets na elven, televisie en lichten uit, pyjama aan, tandenpoetsen en hop de bedstee in voor een zalige nacht. Het geluid van een ambulance haalt me uit mijn slaap. Het geluid houdt op net voor ons appartementsgebouw. Nu ja, een ambulance, denk ik, in een stad als Antwerpen gebeurt er alle dagen wel iets. Maar dan hoor ik weer een nieuwe sirene aankomen en nog één en nog één en het stopt niet. De klok staat op halféén. Ik sta op en ga aan het venster kijken. Een stuk of tien/vijftien politiecombi's en brandweerwagens staan kriskras op de straat en het voetpad geparkeerd, er hangt een dikke rook en ik zie op een afstand een heleboel mensen gelaten bijeen staan. Oei, het lijkt serieus.
Ik maak mijn partner wakker en we bekijken het schouwspel. Maar ik natuurlijk, een curieuzeneuze- mosterdpotje in halve pyjama en met winterjas, ik ga eens efkes kijken wat er gebeurt. In de hal word ik benaderd door een vriendelijke politievrouw. "Mevrouw, u mag niet meer terug naar boven.", zegt ze ernstig en ze meent het nog ook. Ik protesteer en jammer wat, maar ik vind geen gehoor. Ze neemt me bij de arm en dirigeert me onder stevige dwang naar de meute die in diverse outfits bijeen klitten. Ik krijg een plastiek armbandje aangemeten alsof ik zo direct naar een all-in hotel of een pretpark ga vertrekken. Er staan inderdaad drie bussen van de lijn op ons te wachten.
Ja, er is brand in mijn gebouw, weliswaar aan de achterkant zodat ik de uitslaande vlammen niet kan zien. Ik krijg een gouden warmtedeken omgeslagen en mijn partner moet ook naar beneden komen. Hij heeft een fantastisch plan om de auto uit de garage te rijden en naar onze dochter te vertrekken, maar daar steekt de politie resoluut een stokje voor.
En daar staan we dan, een beetje verkleumd, sommigen op sloffen, in kamerjas, in pyjama en anderen in ritselend goud verpakt. Ge kunt zo zien dat ze allemaal op een ontiegelijk uur uit hun slaap zijn gehaald. Make-up-loos, slaapdronken, onwennig en vooral bezorgd. Om het kwartier krijgen we een update van de coördinator. We staan buiten omdat het vuur nog niet is bedwongen en zou kunnen overslaan naar de rest van het gebouw. We moeten onze sleutels afgeven. We leren dat er al enkele deuren zijn ingetrapt door de brandweer.
De bussen van de lijn worden volgeladen. Een dienstencentrum staat 's nachts klaar om ons op te vangen. Er is koffie, thee en water ter beschikking. Na elke nieuwe update is het eindelijk zover, we worden teruggebracht, het is dan half zes. Ik kruip terug in bed en doe geen oog meer dicht.
De dag breekt aan en mijn gedachten blijven bij de familie die alles verloren heeft. Zelfs de buren zijn getroffen door het bluswater en de rook. Ondanks de heftige impact van de brand is er niemand in levensgevaar. Wel zijn er zeventien slachtoffers met een rookvergiftiging naar het ziekenhuis gebracht.
De nacht van 2 april had een immens grote ramp geweest ware het niet dat brandweer, politie, Rode Kruis, psychosociaal interventieteam en alle medewerkers een master rampenplan hebben. Ik heb de stad Antwerpen bedankt voor de professionaliteit waarmee levens werden gespaard.
Extra: Het bedrijf waar ze op grote schaal rookmelders maken is afgebrand.